Het manifest van de G1000

Laat burgers ook eens beraadslagen, niet enkel politici. Dat is de oproep van een onafhankelijke groep denkers en doeners. Hun voorstel: de G1000, een bijeenkomst in Brussel op 11 november van duizend willekeurig gekozen burgers die onbevangen overleggen.

De uitdagingen waar België momenteel voor staat lijken te groot om door het spel van de partijpolitiek opgelost te krijgen. Dat is niet erg; de democratie is gelukkig meer dan een kwestie van politieke partijen. Als de politici er niet uitgeraken, laat de burgers dan beraadslagen. Wat het volk niet heeft aan kennis, heeft het aan vrijheid. Een enorm voordeel.

De ondertekenaars van dit manifest hebben na maanden denkwerk een concreet model uitgedokterd dat een nieuwe impuls kan geven aan het opheffen van de impasse die dit land al vele jaren teistert: de G1000, een burgertop van duizend willekeurig gekozen inwoners van dit land.

Onze analyse

1. De Belgische crisis is niet alleen een crisis van België, maar ook een crisis van de democratie. Ook in Nederland en Groot-Brittannië verliep de laatste regeringsvorming moeizamer dan gebruikelijk. In een democratie kiezen de burgers ervoor zichzelf te besturen, hetzij op directe wijze (zoals in het oude Athene), hetzij op indirecte wijze (zoals in België). Omdat niet iedereen zich kan of wil bezighouden met het bestuur van een land, duiden de burgers eens om de paar jaar mensen aan die dit in hun plaats zullen doen. Dit systeem heet representatieve democratie: de democratie bij afvaardiging. België is sinds haar ontstaan in 1830 zo’n representatieve democratie.

2. Na twee eeuwen stoten we op de grenzen van die formule. Verkiezingen maken het bestuur niet meer mogelijk, maar vormen juist een obstakel tot degelijk bestuur . Partijen stroomlijnen niet langer de samenleving, maar houden elkaar in een permanente houdgreep. Politiek is een hondenstiel geworden, een hogere vorm van rusteloosheid. Er zijn meer verkiezingen dan vroeger, er is veel meer druk vanuit de media, de burger is mondiger en kritischer dan ooit, partijtrouw bestaat niet meer. Het is knokken voor elke stem. Dus hoor je tijdens de campagne beloftes die lekker klinken maar lastig te realiseren zijn. Een politicus van pakweg 1911 had macht, die van 2011 heeft angst.

3. Bovendien viel het traditionele middenveld voor een stuk weg. Vakbonden, ziekenfondsen en coöperaties vormden vroeger een doorgeefluik tussen de massa en de macht. De verzuiling had vele nadelen, maar ze gaf wel structuur aan het tumult. Nu is die interface minder duidelijk.

4. En dan is er de komst van een veel interactiever internet, het zogenaamde web 2.0. De Belgische burger was nooit sneller ingelicht over politieke ontwikkelingen als vandaag. Elke seconde kan je de verwikkelingen volgen en becommentariëren, maar slechts eens om de vier jaar mag je stemmen. Vinden we het gek dat de online fora van onze nieuwssites volstaan van gefrustreerde, schreeuwerige berichten? Nooit eerder was de burger zo mondig – en tegelijk zo machteloos. Nooit eerder was de politicus zo zichtbaar – en tegelijk zo radeloos.

5. Het politieke korps anno 2011 lijkt op een wantrouwig team van hartchirurgen die een delicate operatie moet uitvoeren, maar dan op de middenstip van een tjokvol voetbalstadium. De massa joelt, de supporters zijn het veld opgelopen en bij elke beweging van een van de cardiologen schreeuwen ze wat de artsen wel en niet mogen doen. Niemand durft nog te verroeren. Iedereen wacht. De tijd tikt, het lot van de patiënt is van geen tel.

6. Democratie is verworden tot de dictatuur van de verkiezingen.

Een alternatief

Toch kan het anders. Democratie is een levend organisme. Maar nu we in het tijdperk van het web 2.0 zijn beland, is er nog geen nieuwe democratische vorm gevonden.

1. Overal wordt innovatie gestimuleerd, behalve in de democratie. Bedrijven, wetenschappers, kunstenaars en sporters moeten innoveren, maar als het op de inrichting van de samenleving aankomt, zijn we anno 2011 kennelijk nog steeds blij met de procedures van 1830.

2. Verschillende westerse landen hebben de afgelopen jaren geëxperimenteerd met deliberatieve democratie, of overlegdemocratie. In een deliberatieve democratie worden burgers mee uitgenodigd om actief te beraadslagen over de toekomst . Toen in New York beslist moest worden over de nieuwe plannen voor Ground Zero, riep het stadsbestuur duizend New Yorkers bijeen om te komen praten. Ook in Canada, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk bracht men debatten op gang tussen gewone burgers. En in IJsland werd in 2011 zelfs het schrijven van een nieuwe grondwet aan een groep van 25 burgers toevertrouwd. Burgers die de kans krijgen om met elkaar te praten kunnen rationele compromissen vinden, op voorwaarde dat ze tijd en informatie krijgen. Dat lukt zelfs in diep verdeelde samenlevingen zoals Noord-Ierland. Katholieken en protestanten, die anders zelden met elkaar spreken, blijken in staat oplossingen te vinden voor heel gevoelige thema’s zoals onderwijs!

3. De Belgische overheid kent vooralsnog geen traditie van deliberatieve democratie. De afgelopen halve eeuw waren politici te druk bezig met staatshervorming om aandacht te hebben voor democratiehervorming. Deliberatieve democratie is nochtans interessant om de beperkingen van de representatieve democratie te ontstijgen. Ze schuift de werking van parlementen en partijen niet terzijde, maar wil er een aanvulling op zijn. Het zou wel eens de democratie van de toekomst kunnen zijn.

Is dat hetzelfde als een referendum? Nee. Bij een referendum moet je alleen stemmen, bij deliberatieve democratie moet je ook praten en luisteren. Debat is het hart van de democratie. Wanneer burgers daadwerkelijk met elkaar praten, slagen ze er makkelijker in het eigen belang te paren aan het algemene belang. De stem van velen kan daardoor helpen om de besluiten van enkelen te verrijken.

G1000, de burgertop

Hier is het plan: op 11 november 2011 zullen 1000 burgers uit het hele land in Brussel samenkomen bij Tour en Taxis om te praten over de grote uitdagingen van onze democratie. Ze zullen per lot getrokken zijn, zodat ze een goede afspiegeling vormen van de nationale bevolking. Ze zullen niet op een tribune zitten, maar aan honderd tafels van tien, elk met een gespreksleider. Op een centraal podium worden de onderwerpen ingeleid. Daarna luisteren we naar wat al die gewone, vrije burgers te zeggen hebben. Ze zullen stemmen over wat ze echt belangrijk vinden. Het wordt een ware hoogdag van de democratie. Wij, burgers van een land in crisis, helpen de politici met zoeken naar oplossingen.

De G1000 is opgevat als een drietrapsraket. Eerst komt er een grootschalige onlinebevraging (van juli tot november 2011): waar ligt de burger écht wakker van? Dan is er de burgertop zelf. Daar beslissen we: Hoe willen we met mekaar omgaan? Welke principes delen we? Wat zijn de prioriteiten? Tenslotte gaat, net zoals in IJsland, een kleine groep burgers die door het lot zijn getrokken aan de slag (tot april 2012) om de besluiten van de burgertop te verdiepen en uit te werken.

Kunnen burgers dit aan? Vast. Onderzoek aan de universiteiten van Luik en Brussel bewees dat Belgische burgers met de meest uiteenlopende meningen bereid zijn constructief naar oplossingen te zoeken voor complexe problemen. Een burgertop als de G1000 kan je vergelijken met een burgerjury bij een assisenzaak. Als doordeweekse burgers in staat zijn om te beslissen over een mensenleven , dan kunnen ze zeker een nieuwe blueprint voor dit land opstellen.

Uitgangspunten

Onafhankelijkheid. De G1000 is door en door een burgerinitiatief dat de democratie van nieuwe zuurstof wil voorzien. Het is onafhankelijk en steunt op objectief wetenschappelijk onderzoek.

Openheid. De uitkomst ligt niet op voorhand vast. Er is geen voorkeur voor bepaalde voorstellen. De G1000 biedt enkel een procedure om over nieuwe voorstellen te praten.

Waardigheid. Deelnemers aan de G1000 erkennen het recht op een ander standpunt. Je hoeft het niet met andermans ideeën eens te zijn om een open gesprek aan te gaan.

Optimisme. Een burgertop als de G1000 erkent de ernst van de Belgische crisis, maar weigert cynisme. Het initiatief wil positief en constructief meedenken aan oplossingen.

Complementariteit. De G1000 bezondigt zich niet aan anti-politiek, maar gelooft dat politiek te kostbaar is om enkel aan politici over te laten. Wij willen het werk van partijen niet afpakken. De G1000 is een genereus gebaar van de burgerbevolking naar de partijpolitiek.

Participatie. Iedereen is welkom om mee te denken via het internet. Naast de duizend die deelnemen aan het eigenlijke overleg, staan tal van vrijwilligers in voor het onthaal, het tolken, de catering en de randanimatie.

Transparantie. Ook qua financiering is de G1000 een civiel proces. Elke gift vanaf 1 euro is welkom, maar niemand kan meer dan 5 procent van het totale budget schenken. De organisatie kent bewust geen sponsors of mediapartners, maar gelooft in crowdfunding: individuen, bedrijven, verenigingen en overheden kunnen hun steentje bijdragen.

Diversiteit. De burger beslist zelf hoe groot de G1000 wordt. Het kost ongeveer 465 euro om één burger af te vaardigen naar de burgertop (ter vergelijking: verkiezingen kosten ongeveer 50.000 euro per volksvertegenwoordiger). Naarmate de groep groeit, stijgt ook de diversiteit aan stemmen. Hoe meer burgers, hoe meer top!

Opportuniteit. De crisis is een kans. Om de democratie een nieuw elan te verlenen. Om burgers te betrekken bij de vernieuwing van hun democratie. En om politici de betrokkenheid en prioriteiten van de burgers te doen kennen.

Dynamiek. Als grootste deliberatief proces in Europa ooit kan de G1000 de belangstelling en de verwondering van de buitenwereld wekken en de inwoners een nieuw gevoel van dynamiek verlenen.

Published 2 November 2011
Original in Dutch
First published by G1000

© G1000 / Eurozine

PDF/PRINT

Newsletter

Subscribe to know what’s worth thinking about.

Related Articles

Cover for: The future for India’s opposition

With Modi having won his third presidential term, India’s democracy remains at risk. The opposition, which made gains with underprivileged and marginalized voters, is calling his need to govern in coalition a victory. But will infighting and political misdeeds distract the Left from taking on the alliance of Hindu nationalist parties?

Cover for: Balkan realities

Balkan realities

Bosnia-Herzegovina, Croatia, Kosovo, Montenegro, Serbia, Slovenia

Since Russia’s full-scale invasion of Ukraine, the EU’s rhetoric on enlargement in the Western Balkans has taken an optimistic turn. Whether that continues depends on the European vote. But whatever the result, it is the political realities that count. And in the Balkans, these are far from consistently pro-European.

Discussion